Op reis gaan en zo eens andere sferen opsnuiven, dat vinden de meeste mensen natuurlijk best aangenaam. Maar voor de meesten onder ons hoeft verandering niet veel verder te gaan dan dat. Zeker op de werkvloer vinden we het vaak maar niks als er aan onze vaste gewoonten wordt getornd. Toch hebben we in ons professionele leven maar één zekerheid: niets blijft lang hetzelfde. Hoog tijd dus om ons denken over verandering te veranderen!
Neurowetenschap: ons brein is de boosdoener
Om te weten hoe we onze afkeer van verandering kunnen bijsturen, moeten we eerst en vooral weten wat dat gevoel precies veroorzaakt.
Neurowetenschappers hebben aangetoond dat onze hersens voorgeprogrammeerd zijn om verandering te vrezen en op dat vlak grotendeels hetzelfde reageren als ze duizend jaar geleden zouden gedaan hebben. Veranderingen zorgen ervoor dat ons oerbrein in paniek slaat en in die toestand zoveel energie verbruikt dat de ‘meer ontwikkelde delen’ van ons verstand (ons vermogen om analytisch te denken, creatief te zijn en te
redeneren) nog maar weinig gevoed worden. Het resultaat: we weten niet goed hoe het komt, maar we voelen ons ongemakkelijk.
Onder de mat vegen of op tafel leggen?
Wanneer je die angstgedachten niet aanpakt, maar onderdrukt, kom je in een negatieve spiraal terecht. Verwachtingen worden veronderstellingen en ten slotte werkelijkheid.
Communiceren is een must: niet alleen met jezelf, maar ook met je collega’s en leidinggevenden. Het vergt een flinke dosis
zelfvertrouwen, maar door je bezorgdheden te delen, zul je inzien dat alles in je hoofd veel erger leek dan het echt is én dat je niet de enige bent die zich vragen stelt.
Verandering: niet vechten, maar aanvaarden
Als je op het werk met verandering geconfronteerd wordt, is de kans klein dat je daar zelf veel aan kunt doen. Je moet met andere woorden meegaan met de stroom. Dat hoeft echter niet zo passief te verlopen als het klinkt. Focus op de
positieve kanten en
opportuniteiten, want – al duw je die misschien naar de achtergrond – ze zijn er vast!