In ons land wordt in heel wat ondernemingen ploegen- of nachtarbeid verricht. Via het toekennen van een nacht- of ploegenpremie kunt u als werkgever in aanmerking komen voor een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Op 1 april 2022 werden deze wettelijke regels verstrengd. Twee jaar later – vanaf 1 april 2024 – moet u rekening houden met een bijkomende voorwaarde. In dit artikel leggen we u uit wat deze nieuwe verplichting inhoudt.
Voor een goed begrip…
Bij ploegenarbeid zijn minstens twee ploegen aan de slag van minimaal twee werknemers die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang. Deze ploegen volgen elkaar in de loop van de dag op zonder onderbreking, en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak.
Bij nachtarbeid verrichten arbeiders prestaties tussen 20 uur en 6 uur, met uitsluiting van:
- werknemers die enkel prestaties verrichten tussen 6 uur en 24 uur, en
- werknemers die gewoonlijk beginnen te werken vanaf 5 uur.
Werkt uw onderneming in een volcontinu arbeidssysteem? Dan gaat het om werk dat wordt verricht:
- in minstens vier ploegen van minimaal twee werknemers die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang
- die een continue bezetting tijdens de hele week en het weekend garanderen
- en die elkaar opvolgen zonder onderbreking tussen de opeenvolgende ploegen, en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan een vierde van hun dagtaak.
Wat is de 1/3-norm?
Als werkgever geniet u enkel vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor werknemers die, overeenkomstig de arbeidsregeling waarin zij tewerkgesteld zijn, gedurende de betrokken maand tenminste 1/3 van hun arbeidstijd in ploegen- of nachtarbeid zijn tewerkgesteld. Goed om weten: naast effectieve arbeidsprestaties komen ook schorsingen van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst waarvoor het loon wordt doorbetaald, mee op de teller.
1 april 2022: strengere toepassingsvoorwaarden
Twee jaar geleden – op 1 april 2022 – traden striktere toepassingsvoorwaarden in werking, omdat de federale regering het toepassingsgebied van de vrijstelling beter wou aflijnen en doelgerichter wou maken. Zo kwam er:
- een opsplitsing tussen de vrijstelling voor ploegenarbeid en voor nachtarbeid (met dus elk een afzonderlijke beoordeling). Deze opsplitsing heeft onder meer een invloed op de berekening van de 1/3-norm: u mag prestaties in ploegen- of nachtarbeid niet meer samenvoegen om te beoordelen of aan de 1/3-norm is voldaan.
- De invoering van een minimumpremie, met een ploegenpremie die minstens gelijk is aan 2% van het contractuele bruto-uurloon en een nachtpremie die minstens 12% van het contractuele brutoloon moet bedragen.
Nieuwe verplichting vanaf 1 april 2024
Vanaf 1 april 2024 moet u rekening houden met een bijkomende voorwaarde: de nacht- en/of ploegenpremie moet(en) opgenomen zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst, arbeidsreglement of arbeidsovereenkomst. Doet u dit niet? Dan komt een premie niet in aanmerking en kunt u dus niet (meer) rekenen op een belastingvrijstelling.
Aparte regeling voor bouwsector
Hebt u een bouwonderneming of onderneming in een aanverwante sector waar werken in onroerende staat worden verricht? Dan hoeft u niets te doen.
In uw onderneming wordt een bruto uurloon van minimaal 16,67 euro (geïndexeerd bedrag voor 2024) gelijkgesteld met een ploegenpremie. De nieuwe verplichting om ploegen- en nachtpremies vanaf 1 april 2024 op te nemen in een cao, arbeidsreglement of arbeidsovereenkomst geldt dus niet voor uw onderneming.
Hebt u vragen over dit thema? Aarzel dan niet om contact op te nemen met uw Adecco-kantoor